Home        |

Innovatie-nieuws   |

Financiering   | Resultaten   | Ondernemersklimaat  | Nieuwsanalyses
Nieuwsarchief     |       Investeringenarchief       |  VC's        | Wie is wie    | Vind uw VC       | Innovaties

  Vind zelf uw VC uit meer

   dan 90 actieve

   investeerders.

   Bestel: € 27,50

 

  

   Op weg naar succesvolle

   kapitaalacquisitie

   Bestel: € 27,50

 

  

 

 Innovatie-nieuws

   Bijblijven of wegwezen

 Financieringen nieuws

   Deals, deals, deals...

  Financiele resultaten

   Bottom line

 Ondernemersklimaat

   Paraplu of parasol nodig?

  Nieuwsanalyses

   In de diepte

  Columns

   Op de keper

  Nieuwsarchief

  

  Discussieforum

  Wie zijn wij?

  Reageer


De innovatiecode gekraakt

Vrijdag 30-9-05 - ECONOMISCHE ZAKEN - Ik heb onlangs een nieuw rapport gepubliceerd met de titel “De Innovatiecode gekraakt” (www.ame.nl). Ik noem daarin een groot aantal knelpunten voor innovatie in Nederland, die gemeenschappelijk hebben dat ze worden veroorzaakt door het gebrek aan keuzevrijheid in Nederland. Gebrek aan keuzevrijheid, niet allen voor ondernemers door een gebrek aan marktwerking, maar ook door verouderde democratische processen, die paradoxaal genoeg een gebrek aan leiderschap tot gevolg hebben. De overheid geeft veel geld uit aan innovatiebeleid. Maar kern van dit rapport is dat innovatie helemaal niet gestimuleerd hoeft te worden. Innovatie is een natuurlijk verschijnsel. Wat de overheid moet doen is de belemmeringen voor innovatie wegnemen. Hieronder een interview over dit rapport door Adriaan Meij van www.ame.nl. Adriaan focust hierbij vooral op de samenhang tussen het gebrek aan democratie en het gebrek aan innovatie. Het rapport is op www.ame.nl te koop.


A: Ik ben onder de indruk van je maatschappelijke analyse in dit stuk en de aspecten die je belicht hebt. Feitelijk stel je dat zonder een vrije, Amerikaanse, democratische aanpak een goed innovatiebeleid niet mogelijk is.

Henny: Dat is niet de kern van de boodschap. Wat ik zeg is dat een gezonde democratie vandaag de dag onontbeerlijk is voor innovatie. De samenleving is veel dynamischer geworden en democratie geeft de flexibiliteit om op die veranderingen te reageren. Onze bestuurders werken vanuit structuren die grotendeels in de negentiende eeuw bedacht zijn en missen daardoor de aansluiting met wat er verandert in de wereld. De Amerikaanse democratie is niet mijn streefmodel. Misschien was dat stelsel in zijn pure vorm in de achttiende eeuw beter dan wat wij nu hebben. Maar tegenwoordig kunnen verkiezingen daar min of meer worden “gekocht” door degene met het meeste geld. Een ander probleem is dat in de VS de zittende bestuurder in 90 procent van de gevallen wordt herkozen.

Cruciaal is de trits keuzevrijheid – democratie – leiderschap. Democratie geeft de burgers keuzevrijheid en legitimeert leiderschap. Kijk, Hong Kong en Zuid Korea zijn ook goede plaatsen om zaken te kunnen doen en het innovatieklimaat schijnt er goed te zijn. Maar dat heeft te maken met het feit dat leiderschap in die landen minder door het volk gelegitimeerd hoeft te worden. In westerse landen is het nodig dat bestuurders verantwoording afleggen via democratische processen. Dat legitimeert hun leiderschap, maar dat ontbreekt er in Nederland nogal aan. Doordat er geen leiderschap is worden knopen op het gebied van innovatie niet doorgehakt.

A: Je standpunten zijn helder en duidelijk. Hier zijn wat gedachten die opkwamen. Het gevolg is een doemscenario omdat in Nederland de politieke verhoudingen geen veranderingen toelaten zoals die welke jij noodzakelijk acht.

H: Correct. In Nederland heerst een partitocratie die zich met alle macht verzet tegen verandering. Aan de andere kant is dat wat je historisch gezien ook zou verwachten. Vandaar dat ik een schok verwacht waarbij het stelsel in korte tijd drastisch gerenoveerd zal worden, gelijk aan de grondwethervormingen in 1848 en 1917.

A: Met partitocratie bedoel je dat politieke partijen die nauwelijks leden hebben de macht verdelen.Dat is toch de wil van het volk wanneer zij blijven stemmen en op dezelfde partijen stemmen? Bij een schok denk je tegenwoordig aan een terreuraanslag of een politieke moord. Wat bedoel je concreet met “een schok”?

H: De partitocratie is niet de wil van het volk. Het volk, waartoe wij ook behoren, zou alleen moeten stemmen op volksvertegenwoordigers. Dat is hoe het ons van jongs af aan geleerd wordt. In de praktijk stemmen we op de lijsttrekker die binnen een club van zeg dertigduizend mensen, de gemiddelde omvang van een politieke partij, de favoriet is. Haalt zo’n partij 20 zetels, dan komen er nog 19 mensen in de Tweede Kamer waar zo goed als niemand op gestemd heeft. Dat is een uitvloeisel van de partitocratie.
Het tweede gevolg is dat politici geen verantwoording hoeven af te leggen aan hun achterban, maar wel aan hun partijvrienden. Er wordt ook goed gezorgd voor politici die in Den Haag zijn uitgerangeerd en die komen dan weer op allerlei maatschappelijke functies terecht waar ze vooral worden ingezet om in Den Haag te lobbyen voor de belangen van goed georganiseerde branches.
Wat kun je hier als burger aan veranderen? Nou niets, want er is geen partij die het niet doet. Alleen een stelselwijziging kan dit oplossen.

Wat bedoel ik met een schok? Ik bedoel een gebeurtenis waardoor het hele stelsel gaat schuiven, omdat de funderingen verrot zijn. Een gebeurtenis die zo bedreigend is voor de zittende machten dat die het stelsel van binnenuit gaan veranderen. In 1848 waren het de opstanden in Parijs, in 1917 de bijna-revolutie van Troelstra die in het verlengde lag van de revolutie in Rusland. Wat het nu wordt, weet ik niet. Wel is duidelijk dat de meeste grote veranderingen in Nederland van buitenaf komen.

A: De VVD lijkt de partij die het dichtst bij jouw opvattingen staat, maar dat is nu juist de partij die de meeste van jouw ongunstige factoren in stand houdt.

H: Nee, ik zie de VVD niet als dicht bij mijn opvattingen staan. Ook de VVD behoort tot de partitocratie. Maar belangrijker, de VVD is de laatste jaren minstens even dogmatisch bezig als de PvdA in de jaren zeventig. Neem de gezondheidszorg. Het was de VVD die het hardste de huidige hervormingen steunde, terwijl het de PvdA was die wees op de noodzaak van marktwerking in de zorg om de consument meer keuzevrijheid te bieden. De marktwerking van VVD-minister Hoogervorst bestaat er alleen uit dat de zorgverzekeraars de baas gaan worden. De consument heeft zo goed als niets te kiezen. Was de marktwerking uitgebreid tot de consument, dan waren allerlei partijen in de zorg gedwongen geweest om te innoveren om zo een zo goed mogelijke service te leveren tegen de laagste kosten. Onbegrijpelijk dat die innovatie-impuls is blijven liggen. Ook onbegrijpelijk was dat zo makkelijk over de gevolgen voor zelfstandigen werd heengestapt, het meest innoverende deel van de economie. Het was Hoogervorst die via zijn ambtenaren beweerde dat de zelfstandigen er niet op achteruit zouden gaan in het nieuwe stelsel, wat pure onzin was. Terwijl het de SP en Groen Links waren die de gevolgen voor zelfstandigen in de Tweede Kamer aan de orde stelden. Moet je voorstellen, twee behoorlijk linkse partijen die opkomen voor ondernemers. Maar het gebeurde wel. Dat soort gebeurtenissen tonen ook aan dat het onderscheid links en rechts tegenwoordig nauwelijks meer opgaat.

A: Er is en komt geen marktwerking in zorg. Marktwerking is vrije concurrentie tussen vraag en aanbod. Dat is tussen vragers en aanbieders van zorg. Zolang verzekeraars en zorgaanbieders in feitelijke monopolie de dienst uitmaken is er geen marktwerking. Gezondheidszorg is een mega-industrie in zichzelf waarin de patiënt niets te zeggen heeft en derhalve geen vraag gerichte innovatie kan plaatsvinden. Als je de democratie aan de kaak stelt zijn gezondheidszorg en onderwijs wel de grootste polderbolwerken die je eerst moet slechten

H: Deze analyse deel ik dus volledig. De democratie had ervoor moeten zorgen dat de marktwerking in de zorg ook voor de consument zou gelden. Maar ik beweer dus dat onze democratie niet functioneert. De huidige hervormingen in de zorg kunnen goed verklaard worden uit handjeklap tussen de minister en een aantal grote marktpartijen, zoals usance is in een polderdemocratie. Als je dan ook nog ziet dat in de zorgsector op een aantal strategische posten VVD’ers zitten, zoals Hans Wiegel, Bas Eenhoorn en Hoogervorst zelf, dan zie je de partitocratie weer in actie.

A: Bij innovatie moet je niet alleen aan technologische innovatie denken. Dat is het traject van uitvinding van de elektrische lamp en Philips die er met kapitaal handel van maakt. Dat, handel en geldzaken, kunnen we wel.

H: Niet met je eens. Handel en geldzaken ja, technische innovatie niet. Dat is beperkt tot de streek rond Eindhoven en verder houdt het op. De cijfers van het aantal technostarters in verhouding met andere landen spreken boekdelen.

A: Wel met me eens dus. Ik bedoel, Anton Philips heeft het licht niet uitgevonden, hij heeft er handel van gemaakt. Dat is innovatie op een ander gebied. Als we daarin dan goed zijn waarom blijven we daar dan niet bij? Wat heeft het investeren in de kenniseconomie voor zin als toch iedereen in distributie, landbouw, water en financiële transacties blijft hangen?

H: Het is wel degelijk zo dat welvaart samenhangt met kennis, ook met technologische kennis. Veel mensen denken bijvoorbeeld dat Nederland in de 17e eeuw een wereldmacht werd doordat wij betere handelaars waren dan andere volken. Als je die tijd goed bestudeert, zie je echter dat het vooral de toestroom van hoogwaardige kennis was waardoor Nederland een voorsprong nam. Cartografie, scheepsbouw, microscopen, etcetera – dat soort innovaties dreven de Nederlandse handel toen.

De relatieve neergang van Nederland begon met de overtocht van stadhouder Willem III naar Engeland die daar koning kon worden. Die nam veel knappe koppen met veel know how mee en toen werd Londen het centrum van de wereld. Die periode van neergang werd pas gestopt na de grondwetherziening van 1848 waardoor de macht van koning werd ingeperkt en de geldverkwisting stopte. Pas daarna werd er geïnvesteerd in kanalen en spoorwegen en dit bood kans aan nieuwe industrieën, die door wetenschappelijke uitvindingen mogelijk waren geworden. Philips was daar maar een voorbeeld van. Het probleem met de huidige economie is dat een groot deel drijft op meer dan honderd jaar oude bedrijfstakken. Afgezien van de streek rond Eindhoven vinden er nauwelijks echte innovaties plaats. Waarom dat erg is? De sectoren die je noemt – landbouw, water en financiële diensten – kun je overal aanbieden. Daar hoef je geen kennis voor te hebben. Wij kunnen ons alleen onderscheiden door een innovatieve, hoogwaardige aanpak. De enige manier om het beter te doen dan andere landen is door over de technologie te beschikken om dergelijke activiteiten slimmer op te zetten. Het beste is om die technologie zelf te maken. Dan hebben we er het meeste profijt van.

A: Maar wij passen de technologie toe, bouwen dijken en deltaplannen, bevaren zeeën en bevliegen werelddelen.

H: Vroeg 20e eeuwse technologie.

A: Om de donder niet. Met hedendaagse technologie kunnen we Katrina en Rita plannen en tijdig maatregelen treffen. Ik denk juist dat deze dispersie van bestaande technologie een belangrijke factor is. Internet en de mobiele telefoon zijn ook oude technologie die alleen maar beschikbaar kwam omdat Defensie het vrijgaf.

H: Dat kan allemaal zijn, maar voorlopig weten wij in Nederland nauwelijks winst te boeken in arbeidsproductiviteit, wat een belangrijke maatstaf voor welvaart is. Wat je voorbeelden betreft, de zeevaart is zo goed als uit Nederland verdwenen. De oorzaak is dat Aziatische en Afrikaanse matrozen veel goedkoper zijn en de maatschappijen zich in andere landen vrijer kunnen vestigen. Die leegloop zou je alleen via innovatie in de scheepsbouw kunnen tegengaan, maar onze scheepsbouw is door het industriebeleid van de jaren zeventig om zeep geholpen. Onze luchtvaartmaatschappijen zijn redelijk innovatief, maar het concept van de prijsdumper die via internet zijn tickets verkoopt is weer een Angelsaksiche uitvinding. KLM, Transavia en Martinair kopiëren dat alleen maar. Dijken bouwen? Ja, dat is nu actueel vanwege New Orleans. Maar uit onderzoek blijkt dat de problemen met de dijken daar met financiering te maken hadden, niet met gebrek aan kennis. Trouwens, hoe groot is de wereldmarkt voor dijken?

A: En we vinden Apartheid en slavenhandel uit. Dat kunnen we ook, tot vandaag.

H: De uitvinders van de slavenhandel zijn waarschijnlijk de Arabieren geweest. Daarnaast was er de tussenhandel die bestond uit zwarten. De Nederlanders hebben het alleen op industriële schaal toegepast. Vergeet verder niet dat de Europese cultuur de eerste cultuur is die uit eigen beweging de slavenhandel heeft verboden. Portugal was het laatste Europese land dat het afschafte, na Nederland.

A: Zo staat het in de geschiedenisboeken op school.Ik beschouw productieverplaatsing naar China waar mensen niet voor 15 euro per uur, maar 1 euro per uur onze T-shirts maken als moderne vormen van slavenhandel en het regeringsbeleid dat hier geboren en getogen kinderen uitzet naar onveilige landen zoals Somalië, Iran en Congo als moderne vormen van Apartheid. Als een land wil innoveren zal eerst iedere wereldburger een dollar per dag moeten verdienen en moeten we ook in Nederland, vooral in de provincie, immigratie stimuleren. We moeten kleurenblind worden, zoals Fukuyama zegt.

H: Als mijn verhaal ook in de geschiedenisboekjes staat, hoor ik dat voor het eerst, want ik heb het op school anders geleerd. In de jaren zeventig gold nog de wijsheid dat Nederland het laatste land was dat de slavernij had afgeschaft en dat daarom Suriname snel onafhankelijk moest worden. Maar goed, we dwalen af.

Je haalt twee dingen door elkaar: slavernij en mondialisering. Chinezen die voor 1 euro per uur t-shirts zijn ongelofelijk veel beter af dan hun voorouders die gedwongen in de steenkolenmijnen werkten. China is nog lang geen ontwikkeld land met vrije burgers, maar er zijn wel dingen ten goede veranderd. De Chinezen mogen nu in elk geval kiezen waar ze willen werken. Op je opmerkingen over het uitzettingsbeleid ga ik nu maar even niet in, want dat onderwerp ligt mij te gevoelig en bovendien heb ik daar niet veel verstand van.

A: De roep om innovatie is ingegeven door angst dat de welvaart verdwijnt.

H: Precies, en dat is een verkeerd uitgangspunt. Het motief zou moeten zijn: zorg dat de dag van morgen beter is dan die van vandaag. Angst dat iets verdwijnt is een recept voor stagnatie, op zijn best.

A: Je schrijft ook dat we de Amerikanen moeten bijbenen en voor de Chinezen uit moeten blijven lopen. Dertigers van nu zien als een spookbeeld dat zij voor steeds meer ouderen moeten zorgen en dat niet willen en kunnen opbrengen. Dat hun inkomen duurzaam krimpt. Dat is ook zo. Daarom is het niet verstandig om het als een spookbeeld te zien. De idee van economische groei is conceptueel verkeerd. Mondiaal groeit de economie niet harder dan de wereldbevolking.

H: Incorrect. Ik heb even geen cijfers, maar de VS, Europa en Japan vormen het overgrote deel van de wereldeconomie en hebben na de oorlog een groei gerealiseerd van enkele honderden procenten. De wereldbevolking groeide ongeveer met 150 procent.

A: Daar zeg je wat. “Na de oorlog”. Je bestrijkt dan 60 jaar op de eeuwigheid. Op de lange termijn kan een economie niet harder groeien dan de wereldbevolking. We moeten af van het idee van economische groei. Dat is oude politiek. Het gaat nu om verdeling van welvaart over de planeet en bescherming van de planeet zelf. Daarop moet alle innovatie gericht zijn.

H: Het is beslist niet waar dat de economie niet harder kan groeien dan de wereldbevolking. De economieën in de geïndustrialiseerde landen groeien al eeuwen trendmatig en de welvaart ook. Het is lange tijd zelfs zo geweest dat zowel de bevolkingsomvang van de meeste landen groeide als de welvaart, uitgedrukt in het nationaal inkomen per inwoner.

De fout in je redenering is dat je aanneemt dat er een eindige hoeveelheid hulpbronnen bestaat die dus een eindige hoeveelheid mensen kan “voeden” en dat alles verder alleen een kwestie van verdelen is. Als dat je uitgangspunt is, heeft een kenniseconomie geen zin. Wat ik stel is dat de echte grondstof uit kennis en alleen uit kennis bestaat. Het is kennis die bepaalt wat er met bepaalde grondstoffen kan gebeuren. Het is ook kennis die ervoor zorgt dat we steeds meer uit grondstoffen kunnen halen, ze kunnen recyclen en nieuwe grondstoffen kunnen gaan gebruiken. De wereldeconomie is geen koek met een bepaalde omvang, het is een koek die voortdurend groeit.


A: Sommige landen en regio’s groeien harder dan andere, de meeste boeren achteruit. Mondiaal gezien is Europa nu aan de beurt om welvaart in te leveren ten gunste van arme warme landen.

H: Die vanzelfsprekendheid is er niet. Je beschrijft in feite een mondiale zero sum-economie. Maar de essentie van economische transacties is nou juist dat beide partijen ervan profijt hebben. Kijk, de Grote Europese Stagnatie heeft alles te maken met vergrijzing, traditionalisme, hedonisme en angst. De problemen kunnen opgelost worden, maar Europa kiest daar niet voor. Kijk naar de recente winst van de SPD in Duitsland, die hervormingen op de arbeidsmarkt langzaam wil doorvoeren, terwijl er voortvarendheid nodig is omdat 5 miljoen Duitsers geen werk hebben.

Wat betreft de arme landen, uit alle onderzoeken blijkt (bv van de VN) dat de economische stagnatie in Afrika wordt veroorzaakt door structurele factoren, zoals hiërarchische structuren, een tribale cultuur, gebrek aan vrijheid van meningsuiting en de wisselwerking tussen dergelijke zaken. Afrika en het Midden Oosten, behalve de democratie Israël, zitten welvaartstechnisch op slot doordat er ook geen mechanismen zijn om die situatie te veranderen. De bevolking heeft geen keuzevrijheid en wordt al eeuwenlang onderdrukt door corrupte machtswellustelingen. De langste periode van welvaartsgroei in Afrika vond plaats ten tijde van het koloniale tijdperk. De stagnatie begon pas in de jaren zeventig toen de lokale autoriteiten hun macht weer gevestigd hadden.

A: Je kijkt heel erg door een westerse, Nederlandse bril naar Afrika waar wij veel structuren die het prima deden juist vernietigd hebben. Kijk maar eens goed naar de koekhap campagne van Pijnenburg, je reinste koloniaal denken. Maar dit gaat te ver van innovatie weg.

H: Mij is niet bekend dat de Afrikaanse economie bloeide voordat de westerse koloniale machten daar kwamen. Wat ik wel weet is dat de oorzaken van de huidige stagnatie door de Verenigde Naties zo worden beschreven, en is dat volgens mij geen westers instituut.

A: Ik vind welvaartverdeling een gunstige ontwikkeling die er vanzelf toe leidt dat men hier voor minder geld harder gaat nadenken om praktische oplossingen te vinden. Wel verwacht ik daarvan een nieuwe globale klassenstrijd. De strijd tegen de zogenaamde terreur is daarvan al een voorbeeld. In die strijd immers wil de Islamitische onderklasse een deel van de koek,

H: De moslimterreur van Al Qaida en zijn uitlopers is afkomstig van hoogopgeleide aanhangers van een extremistische tak van de islam, het salafisme. De aanleiding voor de terreur lag in de ontheiliging van de Saoedische grond door westerse troepen tijdens de eerste Golfoorlog. Een van de beelden waar lieden als Bin Laden aanstoot aan hebben genomen is het beeld van vrouwelijke Amerikaanse soldaten die met blote borsten in jeeps door de woestijn rondreden. Saoedi Arabie is verder het land van de heilige steden Mekka en Medina en heeft daardoor een speciale status binnen de orthodoxe islam. Zonder financiering zou die terreur overigens weinig kans maken, maar zowel de terreurgroepen als de foute moskeeën in Nederland ontvangen grif steun van diverse Saoedische sjeiks.

A: Blijkbaar bespreken we deze onderwerpen terwijl het gaat over innovatie. Alsof het primair gaat over innovatie van ons denken. Ik zie Al Qaida vooral als een sociaal-economische aanklacht in de mantel van verwerpelijk extremisme. Maar de sociaal-economische aanklacht is vanuit een globale visie op de planeet terecht. De verdeling van armoede en rijkdom deugt voor geen millimeter en onze materiële superioriteit is geen vrijbrief voor mondiale export van christen-democratische denkbeelden, denkbeelden die je in je essay zelf ernstig onderuit haalt.

Ik verdedig de methoden van Osama Bin Laden niet, die haat ik, maar vanuit de sociaal-economische analyse stel ik dat de aandacht voor technologische innovatie en exacte vakken verplaatst moet worden naar aandacht voor innovatie van rechtvaardigheid en wel op mondiaal niveau. Prat gaan op 0,8% van het BBP voor ontwikkelingssamenwerking, waar mevrouw van Ardenne mee colporteert omdat het meer zou zijn dan andere landen “geven” steekt schril af tegen de 10% van het nationaal inkomen die de kerken binnen vizier hadden toen ik jong was. Overigens geloof ik niet dat hulp helpt. Vrije handel helpt. Hulp is in essentie smeergeld om vrije handel tegen te houden..

H: In tegenstelling tot jij denk ik dat Al Qaida helemaal niets met sociaal-economische tegenstellingen te maken heeft. Ik noemde al het feit dat de leiders van die groep academisch gevormde mensen zijn die materieel niets te kort komen. De strijd van Al Qaida kan ik alleen maar verklaren als een strijd om de wereldmacht tegen de Grote Satan Amerika. Het is religieus imperialisme van een soort die wij in het westen al honderden jaren niet meer kennen. Tegelijkertijd is het een soort anti-modernisme, een beweging die je trouwens ook in de VS zelf ziet opduiken, denk maar aan de pogingen om de theorie van “Intelligent Design” een wetenschappelijke status te geven. Al dat soort ontwikkelingen zijn slecht voor het innovatieklimaat.

Wat betreft hulp aan ontwikkelingslanden, ik ben ook van mening dat die hulp tot dusver niet gewerkt heeft. Wat wel zou werken, is hervorming van de maatschappelijke structuren in Afrika en het Midden-Oosten. Die hele regio zit op slot, ook in intellectueel opzicht. Ze zijn daar niet in staat om ook maar een koelkast te maken. Maak mensen vrij om te kiezen en ze gaan goede oplossingen bedenken. Maar daar kan het westen niets aan veranderen. Het enige wat we kunnen veranderen is dat we ontwikkelingslanden toegang moeten geven tot onze markten. Ondanks de mooie verhalen van Tony Blair deze zomer komt daar niets van terecht.

A: Je kritiek is nuttig en interessant omdat je de maatschappelijke en politieke structuren zelf op de korrel neemt. Daar word je niet rijk van, maar je verdient wel respect. Beangstigend is dat je aan het eind schrijft dat de maatschappelijke bom zal barsten. Dat gebeurde al bij Pim Fortuijn en Theo van Gogh en je ziet vrijwel heel Nederland nu ineengedoken in een treincoupe, snuffelend in en achter de gratis Spits of Metro, wachten op de fatale aanslag die wellicht een politieke ineenstorting tot gevolg kan hebben, niet direct, maar daarna, wanneer, zoals na Fortuijn, de polderoester zich niet meer kan sluiten.

H: Ja, zoiets zie ik wel aankomen. Maar de uiteindelijke oorzaak zit in de gebrekkige Nederlandse democratie.

A: Zo kom je er wel gemakkelijk vanaf

H: Zoals ik eerder uitlegde is onze democratie verouderd en kan ze niet inspelen op de snelle ontwikkelingen in de wereld. De burger weet de oorzaak niet, maar voelt wel dat er een heel groot probleem is. Het is niet voor niks dat het kabinet Balkenende II het meest impopulaire kabinet van na de oorlog is. Het probleem zit niet in Balkenende en zijn ministers. Het zit in de structuren, die aan hervorming toe zijn. Zoals ik eerder uitlegde, gebeurt dit pas als de zittende machten zich bedreigd zullen voelen door een soort revolutie. Of die zal samenhangen met een terreuraanslag in Nederland weet ik niet. De oorzaak kan ook liggen in opstanden in Frankrijk of Duitsland als daar de Europese Grondwet de mensen door de strot geduwd wordt.

A: Ik ben inmiddels partijloos en kan geen politieke partij vinden waarop ik mijn stem zou uitbrengen. Ik denk dat de unieke periode van welvaartsgroei na de Tweede Wereldoorlog, waarin ik volop geleefd heb, zijn structurele einde heeft bereikt en dat Nederland het niveau van welvaart niet kan en ook niet moet willen handhaven. Wie welvaart wil moet emigreren. Het kan zijn dat ik dit denk omdat ik ouder (66) ben en de rek en kracht van de dertigers – de ruggengraat van de samenleving – onderschat.

H: Ik ben ook partijloos, maar ik merk en hoor dat steeds minder mensen zich met een partij identificeren, dus ik denk dat het een algemeen verschijnsel is. Het is maar één uiting van de kloof tussen politiek en burger. Wat betreft welvaart, nee, daarin verschillen we van mening. Ik denk dat welvaart een keuze is, maar dat we die keuze niet meer maken, en dat kan samenhangen met de vergrijzing. Jongeren willen misschien nog wel, maar daar zijn er te weinig van. De ouderen overheersen steeds meer het debat. Als het aan hen ligt, moet alles blijven zoals het is en juist dat is de pest.

A: Maar ik zie aan mijn kinderen en hun vrienden dat zij bij veel meer vrije tijd en met veel meer geld dan toen ik die leeftijd had toch veel meer stress en onvrede tonen dan toen ik die leeftijd had. Dat komt misschien omdat ik in heldere, machtige structuren leefde, in structuren die niet afbrokkelden zoals nu gebeurt. Er was toen niet het egoïsme van nu, de maatschappij was vitaal.

Vanmiddag keek ik over het hek in mijn achtertuin naar de gymles op het sportveld. Meisjes en jongens die door elkaar heen voetbalden. Ze bakten er niks van, klooiden individueel maar wat aan. Een schreeuwende gymleraar die opjutte, zelf mee ging doen, kinderen die zich afkeerden, als lijpe loetjes stonden te kijken en de bal een lel gaven, waarheen dan ook. Er was geen pret, geen spanning, geen passie, geen betrokkenheid. Die kinderen zijn al bij voorbaat doodmoe van het geklungel van hun ouders. “Wat een zootje”, dacht ik, mezelf afkerend.

H: Ja, het gekke is dat wij dat ook zien. We worden helemaal horendol van de kinderen uit de buurt die lopen te “voetballen”. Wat er voor door gaat tenminste, want het is alleen maar zo hard mogelijk tegen een bal aantrappen en zo agressief mogelijke kreten uitslaan. Toen ik op straat voetbalde, probeerden we tenminste nog een doelpunt te scoren. Het heeft denk ik te maken met het egalitarisme dat Nederland kenmerkt, zoals ik in mijn essay aangeef. Egalitarisme waarin iedereen gelijk moet zijn: de leraar en de leerlingen, de jongens en de meisjes. Als gelijkheid het hoogste ideaal is, wordt al het andere zinloos. Er wordt niet meer geëxcelleerd en ook de lol gaat er af. Een egalitaire samenleving produceert geen innovaties en geen welvaartgroei.

A: Ik keek Talpa en zag dat men afgaf op de troonrede, vindend dat die de taal van het volk moet spreken. Ik walg daarvan. Dat is de weg omlaag.

H: Daar zitten verschillende kanten aan. Ten eerste denk ik dat je Talpa sowieso niet serieus moet nemen en ik vraag me sterk af of de mensen wel de taal van het volk willen. Een andere vraag is: wat is het volk eigenlijk? Ik las laatst een stukje waar ik het mee eens was. De grote verandering die zich in het kijkerspubliek heeft afgespeeld is dat het opleidingsniveau sinds het ontstaan van televisie veel hoger is geworden. En de programma's? Die zijn steeds lager van niveau geworden. Dat is de reden dat Talpa met zijn huidige formule het niet gaat redden. Mien uit Assen is niet meer representatief voor Nederland.

A: Het opleidingsniveau hoger? No way. Ik haalde in 1961 de HBS op het Grotius College in Heerlen. Ik schat dat dat niveau – tenminste naar inzet, vakkenpakket en diepgang van de onderwerpen – 30% hoger was dan tegenwoordig. Wie van de jongeren die van het VWO komen spreken nog redelijk vloeiend Frans, Engels, Duits? Vroeger schakelde je zomaar over op een andere taal .Ik kan het niet eens meer en sprak en schreef toch redelijk Frans, Engels, Duits en Spaans. Het is eigenlijk zielig want er is een vreemd soort Brits-Amerikaans Internet Engels voor in de plaats gekomen. Hoe zit dat in jouw wereldje?

H: Ik hoor van ex-HBS’ers altijd dat de HBS zo geweldig was en ik wil dat best geloven. Maar er speelt nog iets anders. In de laatste 40 jaar is het opleidingsniveau enorm gestegen. Het is nu al zo dat een kwart van de Nederlandse bevolking een hogere opleiding heeft. Hoe lag dat 40 jaar geleden? Waarschijnlijk nog geen 5 procent. Daarbij komt dat het informatie-aanbod verschrikkelijk is toegenomen. Vroeger hadden de welgestelden een keer per dag een krant op de deurmat. Tegenwoordig heeft iedere Nederlander elke dag om de paar uur toegang tot vers nieuws, via internet en televisie. Dan zijn er de kranten. Het aantal magazines is gestegen van een paar tot vele tientallen. De burger is gewoon veel beter geïnformeerd dan vroeger en doet ook veel meer met die kennis. Daardoor is de afstand tussen de burger en de politiek aan een kant heel klein geworden, terwijl de bestuurders nog op dezelfde manier te werk gaan. Maar ook de afstand tussen de burger en de media is gegroeid. Veel uitgevers, nu ook bij Talpa, denken dat de lezer of kijker niet bereid is zijn hersens te gebruiken. Ik vind dat domme arrogantie. Als je kijkt naar de mediaformules die het meest worden gewaardeerd door mensen zijn dat altijd formules waarbij inhoud en kwaliteit de boventoon voeren. Vergelijk die series van vorig jaar “Boer zoekt vrouw” van de KRO en “De Perfecte Partner” van RTL. De eerste was kwaliteit, de tweede was bagger. Talpa is erger dan bagger.

A: De regering en de maatschappij hebben vrijwel alle taken van de kerk overgenomen, geordend, geregeld. Taken van mensen afgenomen, zoals zorg voor hun gezondheid, zorg voor onderwijs, zorg voor de toekomst van hun kinderen. Dat is geen overheidstaak. Vrijheid van onderwijs begint niet bij HBO, maar bij de kleuterschool. Leer- en schoolplicht moeten naar mijn mening afgeschaft worden zodat ouders en hun kinderen zelf hun marsroute kunnen bepalen. Terecht schrijf je dat in gezondheidszorg de beslissing niet bij artsen of verzekeraars maar bij patiënten moet liggen.

H: Helemaal eens.

A: Ik zoek naar vormen van basisinkomen voor iedereen zodat mensen werkelijk meer vrij worden en dus ook zelf hun verantwoordelijkheid gaan dragen. Maar dit uitgangspunt is voor journalisten zoals jij en ik nogal gemakkelijk want wij opereren altijd in een maximaal concurrerende wereld op het scherp van de snede tussen waarheidsvinding en belangenverstrengeling. Vandaag kreeg ik nog een formulier van Kluwer NV met het dringende verzoek een VAR verklaring af te leggen. Dat ik op generlei wijze in een dienstbetrekking met Kluwer stond. Ik doe al jaren geen zaken meer met Kluwer. Het is nog een voorbeeld van monopoloïde regelzucht waarbij overheden en concerns elkaar vinden. Net zoals bij dat kopieerrecht waarvan ik me ook afgekeerd heb, hoewel onze fax als een kopieermachine beschouwd kan worden.

H: Ja, walgelijk. Vergelijkbaar is dat gedoe met de Senna, dat het privilege heeft gekregen om rechten te heffen op naburige rechten. Ieder bedrijf moet geld gaan betalen als er ergens in het vertrek een muziekspeler te vinden is. Tegenwoordig kun je met elke computer muziek afspelen, dus de Senna ziet zijn kans schoon. Ik heb me voorgenomen dat als die lui van Senna ooit aan de deur komen, ik ze helemaal verrot scheld. Ze komen er niet in en ze stappen maar naar de rechter. Ik ga toch godverdomme geen rechten betalen voor LP’s die ik al heb gekocht toen ik nog op de middelbare school zat? Dit is knevelarij, die het bedrijfsleven alleen maar geld kost en gezeik oplevert en gaat allemaal ten kosten van het innovatieklimaat.

A: Ik denk dat een nieuwe politiek keihard en keizacht moet zijn. Dat SP en VVD een compromis moeten sluiten, met enerzijds alle vrijheid en hoge belastingen voor wie goed verdient en anderzijds een eenvoudig basisinkomen zonder plichten voor wie niet aan de ratrace mee wil doen. Politiek is dat niet haalbaar. In ieder geval zette je me weer aan het denken en breng je creativiteit en innovatie terug waar het hoort: niet bij de staat, maar bij mensen zoals Einstein.

Blijft binnen het kader van verouderde opvattingen die moeilijke keus tussen socialisme en liberalisme, waarvan ik denk dat daarin een balans moet zijn. Wat vind je daarvan? Is dat een keus? Is het nog relevant?

H: Ik denk dat het socialisme gedurende de 20e eeuw al haar doelstellingen bereikt heeft en dat haar levenscyclus tot een eind is gekomen. De enige socialistische partijen die nog succesvol zijn, zijn in feite een soort liberale partijen. Aan de andere kant wordt het liberalisme misbruikt. In het essay schrijf ik dat keuzevrijheid welvaart en innovatie mogelijk maakt. Maar liberalisme leidt juist tot machtsconcentraties die de keuzevrijheid de nek omdraaien. Een voorbeeld is de manier waarop banken met hun klanten omgaan. Totaal gebrek aan service en je kunt alleen met de grootst mogelijke moeite van bank veranderen. De overheid zou er vooral moeten zijn om te bewaken dat burgers en bedrijven gezamenlijk een zo groot mogelijke vrijheid van handelen hebben. Dat betekent het schrappen van regels, maar ook het slopen van kartels en machtsconcentraties in het bedrijfsleven. Het is geen socialisme en geen liberalisme.

Hou vooral in de gaten dat ik een onderscheid maak tussen innoverende bedrijven en bedrijven die hun bestaan aan vroegere prestaties te danken hebben. Die laatste groep is minstens zo fnuikend voor innovatie als een bemoeizuchtige overheid.

A: Of moet het individu zonder ideologie zijn gedrag bepalen, zoals sommige succesvolle ondernemers dat doen?

H: Ik denk dat op het individuele vlak alleen het eigen belang telt zoals dat wordt waargenomen door het individu. Succesvolle ondernemers vind ik overigens een slechte maatstaf, aangezien zakelijk succes met veel factoren samenhangt die het individu niet kan beïnvloeden. Daarom kun je ook nooit met maatregelen innovatie afdwingen of bewerkstelligen. Het enige wat je kunt doen is een potentieel aanbrengen voor innovaties. Dat noem ik dan het innovatiepotentieel van een land.





Meer nieuws ondernemersklimaat


Meer nieuwsberichten:

 

 

 

 

Copyright (c) 2001-2005 IT Media. Alle rechten voorbehouden.

  Venture nieuwsbrief

   Gratis

  VC's investeren

   Waarin en waarom?

  Investeringen archief

   Hoeveel bent u waard?

  Wie is wie?

   Pieper en Co.

  Vind uw VC

   Vanuit de driver's seat

  Top 10 financieringen

   U kunt er best overheen

  Innovaties

   Bijl aan de wortel